Skip to main content

Vondelingen en babylijkjes in Nederland

9 november 1965, vondeling Pieter Cornelis Herfst, Alphen aan den Rijn

Nieuwsblad van het Noorden, 10 november 1965: "Baby te vondeling gelegd voor deur van tehuis"

(Van onze correspondent in Leiden) Keukenpersoneel van de Marthastichting te Alphen a.d. Rijn heeft gisterochtend voor de deur van het gebouw een in dekens gewikkelde en keurig geklede baby van ongeveer 12 tot 24 uur oud gevonden. De baby was van het mannelijk geslacht. De recherche heeft de zaak in onderzoek en probeert na te gaan wie de ouders van het kind zijn. Men heeft de baby vermoedelijk op het terrein te vondeling gelegd met de bedoeling, dat het kind in de Martha-stichting zou worden opgevoed. Deze stichting houdt zich bezig met de opvoeding van moeilijke kinderen.

Het Vrije Volk, 10 november 1965: "Jonge baby gevonden in kistje"

ALPHEN — Dinsdagmorgen, omstreeks half zeven, ontdekte een keukenbediende —op weg naar haar werk — op het hoofdterrein van de Martha Stichting te Alphen aan den Rijn een pasgeboren baby in een groentenkistje. Het enkele uren oude jongetje lag — netjes gekleed — tegen de buitenmuur van de Centrale keuken van de stichting. De baby is opgenomen in het stichtingsziekenhuis. De Alphense recherche stelt een onderzoek in.

De Telegraaf, 11 november 1965: "Baby lag in doos voor stichting"

Van een onzer verslaggeefsters. ALPHEN A/D RIJN, woensdag. Een werkster van de Marthastichting ln Alphen aan den Rijn heeft gistermorgen voor de keukendeur van de stichting een pasgeboren jongetje gevonden. De vondeling lag gewikkeld in een dekentje in een kartonnen doos. „Het kind is kerngezond. Het is zonder doktershulp op de wereld gekomen," zei een vertegenwoordigster van de Marthastichting. „We hebben geen idee wie de moeder is. Voorlopig houden wij het kind hier. We hebben nooit eerder meegemaakt, dat hier een kind te vondeling werd gelegd." De Marthastichting is een inrichting voor voogdijkinderen en voor kinderen, die om de een of andere reden niet meer thuis kunnen wonen.

Het Vrije Volk, 6 januari 1966: "Ouders van vondeling gearresteerd"

(Van een onzer verslaggevers) De Alphense politie heeft gisteren de ouders aangehouden die op 9 november van het vorige jaar een pasgeboren jongetje op de stoep van de Marthastichting in Alphen te vondeling hebben gelegd. Het betreft hier een 48-jarige weduwe en een 63-jarige man. De laatste is zelf getrouwd. Beiden wonen in Alphen. De baby is in de afgelopen maanden ondergebracht geweest in de Marthastichting. Het personeel heeft het jongetje de achternaam Herfst gegeven. Bij de Kroon is een officieel verzoek ingediend om deze naam te erkennen. Het verzoek zal nu worden geannuleerd. Het kind krijgt de naam van de moeder.

De Tijd, 6 januari 1966: "Ouderpaar van te vondeling gelegd kind aangehouden"

(Van onze correspondent) LEIDEN, 6 Jan. — Op verdenking van het te vondeling leggen van een pasgeboren baby, heeft de politie van Alphen aan den Rijn gisteren een 67-jarige getrouwde man en een 48-jarige weduwe uit die plaats aangehouden. Daarmee is, aldus de politie, het raadsel van de twee maanden geleden bij de keukendeur van het kindertehuis de Mariastichting gevonden baby opgelost. Toen aanvankelijk geen spoor van de ouders werd gevonden, is het kind officieel aangegeven bij de burgerlijke stand. Men gaf het naar het jaargetijde de naam Pieter Cornelis Herfst. De man en de vrouw zijn ingesloten.

Nieuwsblad van het Noorden, 6 januari 1966: "Na twee maanden - Moeder (48) van de Alphense vondeling gearresteerd"

(Van onze correspondent in Leiden) De Alphense politie heeft gistermiddag een 48-jarige weduwe gearresteerd, die na een uitvoerig verhoor bekend heeft de moeder te zijn van de baby, die op 9 november 1965 door mevrouw Heins gevonden is in een groentekist op het terrein van de Marthastichting in Alphen aan den Rijn.

Naar aanleiding van haar verklaring tegenover de politie is ook een 67-jarige ingezetene van Alphen aangehouden, die de vader van de vondeling zou zijn. Mevrouw Heins, die werkzaam is bij de huishoudelijke dienst van de Marthastichting, kwam op 9 november 's morgens omstreeks kwart over zes op het terrein van de stichting. Het verbaasde haar toen kindergehuil te horen, omdat op dat moment de kinderen meestal nog slapen. Ze ging de keuken in, toen het stil was geworden. Doch toen zij het gehuil weer hoorde, trok zij op onderzoek uit. Tot haar verbazing ontdekte zij in de omgeving van de keuken een in kleertjes gestoken en in een [rode/roze] deken gehulde baby in een groentekist. Zij waarschuwde direct de dokter van de stichting, die het kind na onderzoek liet opnemen in het ziekenhuisje; het bleek een gezond jongetje zijn. De vondeling kreeg later de naam van Pieter Cornelis Herfst. Bijna twee maanden heeft de Alphense politie nodig gehad om de moeder op te sporen. Er kwamen talrijke tips binnen.

De Telegraaf, 7 januari 1966: "Ouders vondeling weer vrijgelaten - Vrouw hield zwangerschap verborgen"

Van onze speciale verslaggever ALPHEN a/d RIJN. vrijdag. „Ik schaamde me voor mijn andere kinderen. Al die maanden had ik alles voor hen verborgen kunnen houden..." Dat is de motivering van de 48-jarige weduwe H.-S. (moeder van 6 kinderen) uit Alphen a/d Rijn. die gisteren bekende, het initiatief te hebben genomen om op 9 november een pasgeboren baby te vondeling te leggen.

Gisteravond werd zij met de eveneens gearresteerde vader van het kind, de gehuwde vrachtrijder W. van V. (63), op last van de Haagse officier van Justitie, mr. J. D. Lulofs, weer op vrije voeten gesteld. Het tweetal zal zich moeten verantwoorden voor de Haagse rechtbank. De baby werd 's ochtends om 6 uur ontdekt door een personeelslid van de Martha-stichting in Alphen a/d Rijn. Het jongetje lag, gewikkeld in een dekentje, in een der veilingkisten, die naast de keukeningang van de stichting stonden.

Het zou bijna een maand vergen, voordat de Alphense recherche de ouders van het kind had opgespoord. De verhoren van de moeder en vader leverden een reeks details die men als verzachtende omstandigheden kan uitleggen. De vrouw, wier jongste kinderen pas 1 1/2 en 5 jaar zijn wist de zwangerschap volledig verborgen te houden. Zij kreeg de baby zonder enige medische bijstand in de nacht van 8 op 9 november. De volgende morgen drukte zij de vader een boodschappentas in de handen. De man fietste met zijn pasgeboren zoon naar de Martha-stichting. De voogdijraad zal moeten beslissen wat er met het kind gaat gebeuren. De eerste consequentie van het bekend worden van zijn afkomst is, dat de baby zijn voorlopige naam, Pieter Cornelis Herfst (Herfst werd de achternaam, omdat het jongetje in de herfst werd gevonden) zal moeten verruilen voor die van de moeder.

Het Vrije Volk, 25 juni 1966: "Maand voor te vondeling leggen pas geboren baby"

(Van een onzer verslaggevers) - De Haagse politierechter heeft vrijdagmiddag de 63-jarige expediteur W. van V. en de 49-jarige weduwe M. S., beiden uit Alphen aan den Rijn veroordeeld tot een maand gevangenisstraf ieder, wegens het te vondeling leggen van een baby. De man had het kind dezelfde nacht dat het geboren was te vondeling gelegd bij de keuken van de Marthastichting te Alphen.

Limburgsch dagblad, 25 juni 1966: "Baby te vondeling gelegd: een maand gevangenisstraf voor de ouders"

DEN HAAG, 25 juni — De Haagse politierechter heeft vrijdagmiddag de 63-jarige expediteur W. van V. en de 49-jarige weduwe M. 5., beiden uit Alphen aan de Rijn, ieder tot een maand gevangenisstraf veroordeeld terzake van het te vondeling leggen van een baby. Uit een relatie welke de gehuwde expediteur met de vrouw onderhield werd op 1 november van het vorig jaar een kind geboren. Dit werd door de man dezelfde nacht te vondeling gelegd bij de keuken van de Marthastichting in Alphen. Naar de vrouw verklaarde was zij voornemens geweest het kind normaal in een ziekenhuis te baren. Toen de geboorte echter onverwachts thuis plaatsvond, was zij geheel overstuur geraakt en wist zij niet wat te doen. Zij zag dit als enige mogelijkheid zich van de baby te ontdoen. Zij vroeg nu aan de rechter weer in het bezit van het kind te worden gesteld. De rechter kon hierover echter uiteraard niet beslissen.

De officier van justitie wees er op dat in deze tijd het te vondeling leggen van baby's niet vaak meer voorkomt en een strenge straf noodzakelijk is uit preventief oogpunt. Wel wilde hij rekening houden met de moeilijke situatie waarin zowel de man als de vrouw zich bevonden en daarom wilde hij met een eis van drie maanden gevangenisstraf voor ieder volstaan.

De Tijd, 25 juni 1966: "Maand cel voor te vondeling leggen baby"

DEN HAAG, 25 juni — De Haagse politierechter heeft vrijdagmiddag de 63-jarige expediteur W. van V. en de 49-jarige weduwe M.S., beiden uit Alphen aan de Rijn, ieder tot een maand gevangenisstraf veroordeeld terzake van het te vondeling leggen van een baby. Uit een relatie welke de gehuwde expediteur met de vrouw onderhield, werd op 1 november van het vorig jaar een kind geboren. Dit werd door de man dezelfde nacht te vondeling gelegd bij de keuken van de Marthastichting in Alphen.

Friese koerier, 25 juni 1966: "Maand voor baby te vondeling leggen"

DEN HAAG (ANP) — De Haagse politierechter heeft vrijdagmiddag de 63-jarige expediteur W. van V. en de 49-jarige weduwe M. S., beiden uit Alphen a.d. Rijn, ieder tot een maand gevangenisstraf veroordeeld wegens het te vondeling leggen van een baby.

Uit een relatie welke de gehuwde expediteur met de vrouw onderhield, werd op 1 november van het vorig jaar een kind geboren. Dit werd door de man dezelfde nacht te vondeling gelegd bij de keuken van de Marthastichting in Alphen. Naar de vrouw gistermorgen verklaarde was zij voornemens geweest het kind normaal in een ziekenhuis ter wereld te brengen. Toen de geboorte echter onverwachts thuis plaatsvond, was zij geheel overstuur geraakt en wist zij niet wat te doen. Zij zag als enige mogelijkheid zich van de baby te ontdoen. Zij vroeg nu aan de rechter weer in het bezit van het kind te worden gesteld. De rechter kon hierover echter uiteraard niet beslissen.

De officier van justitie wees er op dat in deze tijd het te vondeling leggen van baby's niet vaak meer voorkomt en een strenge straf noodzakelijk is uit preventief oogpunt. Wel wilde hij rekening houden met de moeilijke situatie waarin zowel de man als de vrouw zich bevonden en daarom wilde hij met een eis van drie maanden gevangenisstraf voor ieder volstaan.

Leeuwarder courant, 25 juni 1966: "Maand cel voor te vondeling leggen van baby"

De Haagse politierechter heeft gistermiddag de 63-jarige expediteur W. van V. en de 49-jarige weduwe M. S. beiden uit Alphen aan de Rijn, ieder tot een maand gevangenisstraf veroordeeld terzake van het te vondeling leggen van een baby. Uit een relatie welke de gehuwde expediteur met de vrouw onderhield, werd op 1 november van het vorig jaar een kind geboren. Dit werd door de man dezelfde nacht te vondeling gelegd bij de keuken van de Marthastichting in Alphen aan de Rijn.

Naar de vrouw ter zitting verklaarde was zij voornemens geweest het kind normaal in een ziekenhuis te baren. Toen de geboorte echter onverwachts thuis plaatsvond, was zij geheel overstuur geraakt en wist zij niet wat te doen. Zij zag als enige mogelijkheid zich van de baby te ontdoen. Zij vroeg nu aan de rechter weer in het bezit van het kind te worden gesteld. De rechter kon hierover echter uiteraard niet beslissen.

Nieuwsblad van het Noorden, 25 juni 1966: "Alphens drama - Maand cel voor ontaarde ouders"

(Van onze Haagse correspondent) De 48-jarige weduwe en de 63-jarige expediteur uit Alphen aan den Rijn, die op 9 november vorig jaar hun pasgeboren baby in een groentekist te vondeling hebben gelegd bij de keukendeur van de Martha-stichting te Alphen, zijn gisteren door de Haagse politierechter elk veroordeeld tot een gevangenisstraf van een maand. De officier van Justitie had tegen beiden een gevangenisstraf van drie maanden geëist. Het duo beriep zich er op reeds zwaar gestraft te zijn, omdat iedereen in Alphen hen met de vinger nawijst.

Bijna twee maanden heeft de politie nodig gehad om de moeder op te sporen van de pasgeboren vondeling, die bij gebrek aan beter de naam Pieter Cornelis Herfst kreeg. Naar gisteren ter zitting van de politierechter bleek, kwam de eerste duidelijke aanwijzing op typisch „dorpse" wijze tot stand: Alphenaren herkenden de deken aan de waslijn van de Marthastichting als eigendom van de weduwe.

De Tijd, 25 juni 1966: "Maand cel voor te vondeling leggen baby"

DEN HAAG, 25 juni — De Haagse politierechter heeft vrijdagmiddag de 63-jarige expediteur W. van V. en de 49-jarige weduwe M.S., beiden uit Alphen aan de Rijn, ieder tot een maand gevangenisstraf veroordeeld terzake van het te vondeling leggen van een baby. Uit een relatie welke de gehuwde expediteur met de vrouw onderhield, werd op 1 november van het vorig jaar een kind geboren. Dit werd door de man dezelfde nacht te vondeling gelegd bij de keuken van de Marthastichting in Alphen.

Het Vrije Volk, 13 oktober 1966: "Om opspraak te voorkomen - Baby werd in kistje te vondeling gelegd"

"Als deze mensen niet in Alphen woonden, waar de tijd misschien een beetje heeft stilgestaan of als het later geboren was, zou: dit waarschijnlijk allemaal niet gebeurd zijn", veronderstelde gisteren de procureur-generaal bij het Haagse gerechtshof, waar in hoger beroep de strafzaak diende tegen een moeder en haar vriend, die zich van een pas geboren baby zouden hebben willen ontdoen door deze te vondeling te leggen.

De verdachten waren in eerste instantie door de politierechter elk veroordeeld tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf, doch gisteren, concludeerde de procureur-generaal dat deze straf althans de vrouw voorwaardelijk zou moeten worden opgelegd. Voor de man vroeg hij bevestiging van het eerder gewezen vonnis. In zijn requisitoir opperde hij dat de vrouw na de geboorte van het onechte kind opspraak in het dorp heeft willen vermijden en zo tot haar daad is gekomen. Was zij beter op de hoogte geweest van de beschermende mogelijkheden op dit gebied, dan zou het nooit zover zijn gekomen. Hij geloofde niet dat zij zich bewust van het kind wilde ontdoen en kon zich voorstellen dat het paar in Alphen met de vinger werd nagewezen. „Ze moet in een paniektoestand hebben gehandeld," zei de procureur-generaal.

Het is destijds nogal sensationeel toegegaan nadat de vrouw, een 49-jarige weduwe, M. S., in een novembernacht het levenslicht had geschonken aan haar negende kind, geboren uit een verhouding met een dorpsgenoot, de 64-jarige expediteur W. van V. Uit haar eigen huwelijk had zij reeds zes kinderen, de anderen waren van de expediteur, bij wie ze vroeger in dienst is geweest. Toen de nieuwe wereldburger zich aankondigde — vóór de datum waarop was gerekend zodat, het niet meer mogelijk was zich in een ziekenhuis in Leiden te laten opnemen - besloot ze de geboorte geheim te houden, teneinde geen aanleiding te geven tot nieuwe praatjes. Nog in diezelfde nacht pakte zij het kind in een tas, bracht het op de fiets naar het huis van haar minnaar. Naar ze ook gisteren bij het hof verklaarde was het haar bedoeling met hem overleg te plegen over wat er nu verder gebeuren moest. Zij ontkende heftig, dat zij de baby te vondeling wilde doen leggen. Dat deed intussen de man, bij wie ze de kleine achterliet: hij legde de baby in een groentekist en plaatste die vervolgens in de vroege morgen voor het gebouw van de Marthastichting in Alphen. Hij zou toen in een schuilplaats zijn blijven wachten tot hij gerucht hoorde in de keuken van het tehuis en ging pas weer weg, nadat hij, zich ervan had overtuigd dat de gevonden kist met inhoud was weggehaald.

De baby vertoeft nog steeds in de Marthastichting, doch de moeder is bezig met een actie om het kind terug te krijgen. Ook de procureur-generaal stipte dit feit in zijn betoog aan als een verzachtende omstandigheid. De man achtte hij het meest schuldig. De president constateerde eveneens dat de expediteur zich wel zeer onverantwoordelijk jegens de weduwe had gedragen. Hij heeft, zelf een gezin, doch bracht niettemin de vrouw in grote moeilijkheden door zijn verhouding met haar, aangezien haar wettige kinderen het ernstig opnamen dat zij ook kinderen van hem moest opvoeden. De expediteur protesteerde overigens ook van zijn kant nadrukkelijk tegen de beschuldiging, dat hij de baby te vondeling had gelegd. „Dat heb ik juist NIET willen doen," beweerde hij, „daarom heb ik het kind naar de stichting gebracht, waar het een goede verzorging zou krijgen."

Op de eis van de procureur-generaal, reageerde hij kort en bondig: „Nu gaat mijn bedrijfje eraan, mijn concurrenten liggen al op de loer om het van me over te nemen." De weduwe, naast hem op de bank, schoof innig naar hem toe en vatte troostend zijn hand. De verdediger, mr. Nauta, vroeg voor de vrouw ontslag van rechtsvervolging omdat zij haar kind niet heeft verlaten, doch integendeel ter verzorging aan de man heeft gegeven. Voor de expediteur pleitte hij dat deze dan toch maar bij de Marthastichting heeft gewacht tot de baby werd binnengehaald. Hij meende dat voor hem een voorwaardelijke straf op zijn plaats zou zijn. Uitspraak op 26 oktober.

De Telegraaf, 13 oktober 1966: "P.G. eist 1 maand voor te vondeling leggen van baby"

DEN HAAG, donderdag. In een groentekist verpakt legde de 64-jarige expediteur W. van V. uit Alphen aan den Rijn voor de keukendeur van de "Martha Stichting", in zijn woonplaats, zijn kind, dat de 49-jarige weduwe W. S., bij wier man hij in dienst was geweest, enkele dagen tevoren op de wereld had gebracht.

Beiden stonden gisteren in hoger beroep voor het Haagse hof terecht. De p.-g. eiste tegen de man bevestiging van de door de rechtbank opgelegde maand gevangenisstraf en tegen de vrouw een maand voorwaardelijk. Ook zij was indertijd tot een maand voorwaardelijk veroordeeld.

De Tijd, 13 oktober 1966: "Eis van een maand wegens te vondeling leggen van baby"

DEN HAAG, 13 okt. — Wegens het te vondeling; leggen van een kind stonden hier gistermiddag in hoger beroep de 49-jarige weduwe W.S. en de 64-jarige expediteur W. van V., beiden uit Alphen aan de Rijn, terecht. Tegen de man werd bevestiging van de opgelegde straf van één maand geëist. De vrouw kreeg te horen dat de procureur-generaal haar straf, eveneens een maand gevangenisstraf, voorwaardelijk wilde zien worden. Tussen beide verdachten had een relatie bestaan, die was ontstaan na de dood van de heer S. Deze relatie resulteerde in de geboorte van een kind. Tijdens een korte afwezigheid van de vrouw legde Van W. het kind in een groentekist en bracht het naar de keukendeur van de „Martha-stichting" in zijn woonplaats. Van enige afstand keek hij toe of het kind wel gevonden zou worden. De verdediger voerde aan dat de vrouw de baby aan de man had overgelaten ter verzorging en niet opdat deze het kind te vondeling zou leggen. Hij vroeg vrijspraak. Ten gunste van de man werd aangevoerd, dat deze het kind niet had verlaten, doch had opgelet tot de baby werd gevonden. Het hof wijst op 26 oktober arrest.

De Tijd, 26 oktober 1966: "Boete voor te vondeling leggen van baby"

DEN HAAG, 26 okt. — Het Haagse gerechtshof veroordeelde vanmorgen de 64-Jarige expediteur W. van v. en de 49-jarige weduwe M.S. belden uit Alphen aan de Rijn ieder tot een maand gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De man moet bovendien 250 gulden boete betalen wegens het te vondeling leggen van een baby. Uit een verhouding met de man waren reeds eerder twee kinderen geboren. Toen de derde baby werd geboren heeft de vrouw in de nacht van 8 op 9 november die baby naar de woning van de man gebracht die hem daarop te vondeling legde voor de Marthastichting in Alphen aan de Rijn waar het kind enkele ogenblikken later werd gevonden. In eerste instantie had de rechtbank beide verdachten leder veroordeeld tot een maand gevangenisstraf waarna in hoger beroep op procureur-generaal bij het gerechtshof voor wat de man betreft bevestiging eiste van het vonnis en voor de vrouw een maand gevangenisstraf voorwaardelijk.

Het Vrije Volk, 27 oktober 1966: "Baby te vondeling gelegd: een maand voorwaardelijk"

DEN HAAG (ANP) Het Haagse gerechtshof veroordeelde gisteren de 64-jarige expediteur W. van V en de 49-jarige weduwe M. S., beiden uit Alphen aan de Rijn, ieder tot een maand gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd, van 2 jaar. De man moet bovendien ƒ 250 boete betalen wegens het te vondeling leggen van een baby. Uit een verhouding met de man waren reeds eerder twee kinderen geboren. Toen de derde baby werd geboren heeft de vrouw deze in de nacht naar de woning van de man gebracht die hem daarop te vondeling legde. In eerste instantie had de rechtbank beide verdachten ieder veroordeeld tot een maand gevangenisstraf waarna in hoger beroep de procureur-generaal bij het gerechtshof voor wat de man betreft bevestiging eiste van het vonnis en voor de vrouw een maand gevangenisstraf voorwaardelijk.

De Telegraaf, 27 oktober 1966: "Baby te vondeling gelegd: maand voorwaardelijk"

DEN HAAG, donderdag. Het Haagse gerechtshof veroordeelde gisteren de 64-jarige expediteur W. van V en de 49-jarige weduwe M. S., beiden uit Alphen aan de Rijn, ieder tot een maand gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd, van 2 jaar, wegens het te vondeling leggen van een baby. Uit hun verhouding waren reeds eerder twee kinderen geboren. Toen de derde baby werd geboren bracht de vrouw deze in de nacht van 8 op 9 november 1965 naar de woning van de man, die het daarop te vondeling legde voor de Marthastichting in Alphen aan den Rijn, waar het kind enkele ogenblikken later werd gevonden.