Skip to main content

Home

Op 20 november 1989 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Verdrag inzake de Rechten van het Kind aan. Dit verdrag bundelt de rechten van alle kinderen over de hele wereld samen, zonder onderscheid, op basis van gelaatskleur, religie of wat dan ook. In het Kinderrechtenverdrag staan afspraken over minimumnormen die de wereld wil hanteren voor kinderen.

De rechten van het kind

De definitieve tekst van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK) werd op 20 november 1989 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties unaniem aangenomen. Dit is precies dertig jaar na de goedkeuring van de Verklaring inzake de Rechten van het Kind en tien jaar na het Internationale Jaar van het Kind. Het IVRK is op 2 september 1990 in werking getreden. Nederland ratificeerde het IVRK op 6 februari 1995 en op 8 maart 1995 werd het van kracht (Trb. 1990, 46 en 170). Daarmee is het IVRK een onderdeel van het Nederlandse recht geworden.

Pedadogie in een wet

In het Verdrag, dat 54 artikelen telt, staan een heleboel afspraken om de rechten van alle kinderen zo goed mogelijk te respecteren. Om die allemaal goed te begrijpen zijn er vier principes die als richtlijnen gebruikt kunnen worden:

  • Nondiscriminatie: alle rechten van het verdrag gelden voor alle kinderen, zonder onderscheid.
  • Het belang van het kind: elke beslissing die er genomen wordt, moet in principe in het beste belang zijn van het kind.
  • Participatie: kinderen en jongeren hebben het recht om in alle beslissingen die hen aangaan, hun mening te kennen te geven. Ze hebben ook het recht dat er rekening gehouden wordt met hun mening.
  • Recht op overleven en ontwikkeling: kinderen hebben het recht om te leven, op te groeien in een aangename omgeving en zich goed te voelen in hun vel.

U kunt hier de officiële tekst van het IVRK downloaden. Hieronder staat een gepopulariseerde (ongeauthoriseerde) samenvatting.

Artikel 1 Definitie van het kind
Iedere burger onder de 18 jaar is voor de wet kind, tenzij de meerderjarigheidsleeftijd door nationale wetgeving lager is gesteld.

Artikel 2 Alle kinderen zijn gelijk
Alle kinderen moeten op dezelfde manier behandeld worden. De Staat moet kinderen tegen iedere vorm van discriminatie beschermen.

Artikel 3 Belang van het kind
Ouders dienen rekening te houden met hun kinderen. Wanneer ouders niet in staat zijn goed voor hun kinderen te zorgen dient de overheid in te grijpen. Alle maatregelen moeten in het belang van het kind zijn.

Artikel 4 Mogelijkheden kinderrechten
De rechten van het kind moeten gerespecteerd worden en hiervoor moet de overheid in alle opzichten rekening houden met de rechten van alle kinderen.

Artikel 5 Rol van de ouders
Ouders hebben een hele belangrijke taak. Ze zijn verantwoordelijk voor hun kinderen. De rol van de overheid is ervoor te zorgen dat de ouders hun kinderen goed opvoeden.

Artikel 6 Recht op leven en ontwikkeling
Kinderen hebben recht op leven. Zij moeten een kans hebben om prettig op te groeien in een samenleving. De staat dient het leven van kinderen te waarborgen.

Artikel 7 Naam en nationaliteit
Kinderen die geboren worden hebben recht op een naam en een nationaliteit.

Artikel 8 Respect voor identiteit
De overheid dient namen en nationaliteiten te respecteren. Zij dient deze twee aspecten te eerbiedigen.

Artikel 9 Scheiding kind van de ouders
Alle kinderen hebben het recht om bij hun ouders te wonen. Als ouders gaan scheiden, mag het kind beiden blijven zien. Wanneer de situatie echter onveilig is voor het kind moet de overheid verder ingrijpen.

Artikel 10 Hereniging
De overheid moet ervoor zorgen dat kinderen samen met hun ouders een gezin kunnen vormen.

Artikel 11 Ontvoering
De overheid moet ervoor zorgen dat kinderen niet ontvoerd kunnen worden naar een ander land. Wanneer het noodzakelijk is moet de overheid ingrijpen.

Artikel 12 Mening van een kind
Kinderen hebben recht op een eigen mening. Zij mogen een eigen visie geven op zaken die hen aangaan.

Artikel 13 Vrijheid van meningsuiting
Kinderen mogen een eigen mening hebben, zij hebben er ook recht op om deze te vertellen. Wel dienen ook kinderen andere individuen te respecteren.

Artikel 14 Vrijheid van gedachten en godsdienst
Kinderen mogen eigen gedachten en godsdiensten hebben. Ouders blijven wel verantwoordelijk voor hun kinderen. Ook dient het binnen de grenzen van de nationale wetgeving te vallen.

Artikel 15 Vrijheid van vereniging
Kinderen mogen met iedereen samen komen. Zij mogen van een vereniging lid worden of er zelf een oprichten.

Artikel 16 Privacy
Kinderen hebben recht op privacy. Mensen mogen zich niet ongevraagd bemoeien met het leven van kinderen, hun familie, de woonomgeving of bijvoorbeeld eigen post.

Artikel 17 Recht op informatie
De overheid moet ervoor zorgen dat alle kinderen informatie krijgen over alles wat voor hen belangrijk is. In begrijpelijke taal. Ook dient de overheid kinderen te beschermen tegen schadelijk materiaal.

Artikel 18 Verantwoordelijkheid van de ouders
Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kinderen. De overheid moet de ouders daarbij helpen. Een voorbeeld hiervan is kinderopvang, zodat ouders kunnen blijven werken.

Artikel 19 Bescherming tegen kindermishandeling
Geen enkel kind mag worden mishandeld. De staat biedt kinderen bescherming tegen alle vormen van misbruik.

Artikel 20 Bescherming van kinderen zonder familie
Wanneer een kind door omstandigheden niet meer in het eigen gezin kan wonen heeft het recht op bescherming. Bescherming in de zin van een pleeggezin, een kindertehuis of bijvoorbeeld adoptie.

Artikel 21 Adoptie
Kinderen mogen alleen geadopteerd worden wanneer dit ook goed is voor het kind. Internationaal adopteren is dan ook alleen toegestaan wanneer dit expliciet in het belang van het kind is.

Artikel 22 Vluchteling
Een vluchteling is iemand die naar een ander land vlucht, omdat hij bijvoorbeeld wordt bedreigd met vervolging of gevangenschap. Kinderen die met of zonder hun ouders vluchten, hebben recht op bescherming. De overheid moet altijd proberen om de ouders van

Artikel 23 Gehandicapt
Kinderen die gehandicapt zijn, hebben speciale zorg nodig. Het is belangrijk dat kinderen met een handicap een zo normaal mogelijk leven kunnen leiden en op een volwaardige manier aan de samenleving kunnen deelnemen.

Artikel 24 Gezondheid
De overheid moet er op letten dat het zo goed mogelijk gaat met de gezondheid van alle kinderen. Er moet voldoende voedsel en schoon drinkwater zijn. Ook helpen rijke landen de armere landen om kinderen goede gezondheidszorg te geven. Hier valt ook onder

Artikel 25 Leefsituatie
Soms worden kinderen uit huis geplaatst. Zij komen te wonen bij een pleeggezin of in een tehuis voor kinderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld om een betere verzorging of bescherming te geven. Kinderen kunnen met het oog op hun verzorging, bescherming of behande

Artikel 26 Sociale Zekerheid
De overheid geeft geld en zorg aan mensen die dat nodig hebben, een sociale zekerheid. In Nederland is de sociale zekerheid voor kinderen meestal geregeld via de ouders. Een kind heeft het recht om mee te profiteren van alle sociale zekerheid.

Artikel 27 Verzorging
Kinderen hebben recht om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Daarom hebben ouders de taak om te zorgen voor voldoende eten, een woning en goede kleding. De overheid zorgt ervoor dat ouders dat kunnen.

Artikel 28 Onderwijs
Onderwijs is heel belangrijk. Ieder kind heeft recht op basisonderwijs. De overheid moet informatie verstrekken over mogelijkheden van beroepsonderwijs. Het stimuleren van internationale samenwerking op het gebied van onderwijs is van groot belang.

Artikel 29 Inhoud onderwijs
Het onderwijs dat je als kind krijgt, richt zich op: 1. De ontwikkeling van het kind 2. Respect voor de rechten van de mens 3. Het respecteren van vriendschap en vrede 4. Respect voor alle gebruiken van de eigen cultuur en die van andere culturen 5. Respect

Artikel 30 Kinderen uit minderheidsgroepen
Kinderen uit minderheidsgroeperingen zijn kinderen die behoren tot een etnische of godsdienstige minderheid, een taalminderheid of die behoren tot de oorspronkelijke bevolking van een land. Een kind dat hoort bij een minderheidsgroep in het land, heeft he

Artikel 31 Recreatie
Kinderen hebben recht op vrije tijd en het recht om te spelen. Ze moeten recreatieve dingen kunnen doen. Dat zijn sport- en spelactiviteiten, maar ook bezigheden die te maken hebben met bijvoorbeeld kunst, muziek, dans en toneel.

Artikel 32 Bescherming tegen kinderarbeid
De overheid moet voorkomen dat andere mensen geld verdienen aan het werk van kinderen. Kinderen moeten worden beschermd tegen gevaarlijk en schadelijk werk. Ook werktijden en werkomstandigheden dienen te worden aangepast als een minimumleeftijd voor arbeid

Artikel 33 Drugs
De overheid moet regels en wetten maken die kinderen beschermen tegen drugs. De overheid moet er ook voor zorgen dat er op scholen informatie is over drugs verstrekt wordt.

Artikel 34 Seksueel misbruik
Kinderen dienen beschermd te worden tegen seksueel misbruik. Daarom moet de overheid er ook voor zorgen dat kinderen niet het slachtoffer worden van prostitutie of kinderpornografie.

Artikel 35 Kinderhandel
Handel in kinderen De overheid mag het nooit laten gebeuren dat kinderen worden ontvoerd, verkocht of verhandeld. Dit wordt krachtig bestreden.

Artikel 36 Misbruik
Kinderen dienen beschermd te worden tegen alle vormen van misbruik zodat verdere ontwikkeling bijdraagt tot een beter welzijn.

Artikel 37 Kinderen in de gevangenis
Kinderen mogen niet gemarteld worden. Wrede straffen mogen niet aan kinderen worden opgelegd. Een levenslange veroordeling of de doodstraf opleggen aan kinderen is niet toegestaan.

Artikel 38 Kinderen in Oorlogssituaties
Tijdens oorlogen moeten kinderen extra goed beschermd en verzorgd worden. Kinderen jonger dan vijftien jaar mogen niet in het leger gaan.

Artikel 39 Zorg
Kinderen die ergens slachtoffer van zijn geworden, hebben recht op passende zorg. Het gaat hier met name over kinderen die slachtoffer zijn van verwaarlozing, misbruik, slechte behandeling, bestraffing of gewapende conflicten.

Artikel 40 Kinderstrafrecht
Als kinderen de wet overtreden, hebben zij recht op een eerlijk proces en juridische steun. Dit geldt ook voor kinderen die verdacht worden van het overtreden van de wet. In strafvervolging dient altijd rekening gehouden te worden met het welzijn.