Skip to main content

Home

7 december 1978, babylijkje meisje, Alphen aan den Rijn

De Telegraaf, 9 december 1978: "Jongens vinden lijkje van baby"

Van een onzer verslaggevers. ALPHEN A. D. RIJN, zaterdag. Twee jongens van negen jaar hebben op een braakliggend terrein in de nieuwbouwwijk Ridderveld in Alphen aan den Rijn het lijkje van een pasgeboren baby gevonden. De baby, twee dagen oud, en zes pond zwaar en van het vrouwelijke geslacht, was ten dele in een paar lappen gewikkeld en zat verstopt in een grijze vuilniszak zonder merktekens. De navelstreng was niet afgebonden. Er waren geen sporen van geweld. Het lijkje is overgebracht naar het Gerechtelijk Geneeskundig Laboratorium te Rijswijk.

Leeuwarder Courant, 12 december 1978: "Moeder van babylijkje in Alphen aan den Rijn opgespoord"

(Van onze correspondent) ALPHEN AAN DEN RIJN - De politie in Alphen aan den Rijn heeft de moeder opgespoord van het babylijkje, dat vorige week donderdag in een plastic zak werd gevonden in een Alphense nieuwbouwwijk. Het onderzoek leidde uiteindelijk naar een 17-jarig schoolmeisje. Zij heeft het kind waarschijnlijk op de zaterdag voor Sinterklaas in het diepste geheim ter wereld gebracht. Het meisje heeft de zwangerschap voor iedereen verborgen weten te houden. Zelfs voor haar huisgenoten (ze woonde in Alphen op kamers) en haar klasgenoten. Op school verzuimde ze niet een les, ze deed ook gewoon mee aan gymnastiek. Tegenover de politie heeft het meisje verklaard bang te zijn geweest haar goede naam te verliezen, tegenover haar nog op Curacao wonende ouders. De baby werd geboren bij het meisje thuis. Toevallig was toen geen van haar huisgenoten aanwezig. De moeder heeft zelf de navelstreng afgebonden. Het kind zou een paar keer hebben gehuild, daarna was net stil. De moeder heeft verklaard te hebben gedacht dat het kind dood was. Ze heeft de baby daarna in een plastic huisvuilzak gedaan, die ze zondagavond 3 december ergens in de wijk neerzette. De zak werd donderdag. 7 december door spelende kinderen opengeschud.

Nieuwsblad van het Noorden, 12 december 1978: "Scholiere (17) zette haar baby in een afvalzak op straat"

(Van onze correspondent in Leiden) De politie in Alphen aan de Rijn heeft de moeder opgespoord van het babylijkje, dat vorige week donderdag in een plastic zak werd gevonden in een Alphense nieuwbouwwijk. Het spoor leidde uiteindelijk naar een 17-jarig schoolmeisje. Zij heeft het kind waarschijnlijk op de zaterdag voor Sinterklaas in het diepste geheim ter wereld gebracht.

Het meisje heeft de zwangerschap voor iedereen verborgen weten te houden. Zelfs voor de huisgenoten (ze woonde in Alphen op kamers) en haar klasgenoten. Op school verzuimde ze niet één les, ze deed ook gewoon mee aan gymnastiek. Tegenover de politie heeft het meisje verklaard bang te zijn geweest haar goede naam te verliezen tegenover haar op Curacao wonende ouders. De baby werd geboren bij het meisje thuis. Toevallig was toen geen van haar huisgenoten aanwezig. De moeder heeft zelf de navelstreng afgebonden. Het kind zou een paar keer hebben gehuild, daarna was het stil. De moeder heeft verklaard te hebben gedacht, dat het kind dood was.

Ze heeft de baby daarna in een plastic huisvuilzak gedaan, die ze zondagavond 3 december ergens in de wijk neerzette. De zak werd donderdag 7 december door spelende kinderen gevonden. De lap stof, waarin het lijkje was gewikkeld zette de politie op het spoor. Een codering op de stof leidde naar een Leids bedrijf, dat uit de administratie kon nagaan, dat de bewuste stof was geleverd aan de Christelijke Nijverheidsschool in Alphen, waar het meisje school gaat.

De Telegraaf, 13 december 1978: "Moeder van afvalzakbaby gevonden"

door Wim van Geffen. ALPHEN AAN DEN RUN, woensdag. Dank zij een lap stof heeft de recherche van Alphen aan den Rijn een 17-jarige leerlinge van de christelijke nijverheidsschool kunnen ontmaskeren als de moeder, die haar pas geboren baby in een vuilniszak deponeerde op een braak liggend terrein in de wijk Ridderveld. Het meisje, een Curaçaose en ongehuwd, is voor de Haagse officier van Jeugdzaken geleid. Onderzocht wordt, of zij het kind met opzet van het leven heeft beroofd. Het babylijkje, dat 7 december door twee jongetjes werd gevonden, bleek in een lap stof te zijn gewikkeld. Aan de lap hing een kaartje met een code, welke leidde naar een Leidse textielhandelaar. Aan de hand van diens administratie kon deze vertellen, dat hij een rol van de stof had geleverd aan de christelijke nijverheidsschool.

Aanvankelijk leverde het onderzoek daar niets op, totdat men de stof voor de klas toonde. Eén der meisjes riep: "Zo'n soort lap heb ik!" Door haar spontane reactie had de jeugdige moeder zich verraden. De recherche ging met het meisje naar haar kamer, waar de Curaçaose een hele komedie opvoerde door te zeggen dat ze niet wist waar de stof was gebleven. Uiteindelijk bekende ze in augustus zwanger naar ons land te zijn gekomen. Haar ouders bleven op Curaçao achter. Zij vertelde niemand van haar zwangerschap. Op 2 december beviel zij van een dochter van zes pond. Het kind leefde, maar volgens de Curaçaose hield het op met huilen, zodra zij een knoop in de navelstreng had gelegd. Zij beweert toen te hebben gedacht, dat het dood was en verborg het in een kast. Diezelfde avond stopte zij het lijkje in een boodschappentas en legde het neer op het braakliggende terrein.