oktober 1949, vondeling, Nijmegen
De Telegraaf, 10 mei 1950: "Baby aan haar lot overgelaten"
ARNHEM. 10 Mei. — Twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk, werd Dinsdagmiddag voor de Arnhemse rechtbank geëist tegen een 29-jarige vrouw uit Nijmegen, die haar pasgeboren kindje in een koude en winderige Octobermaand van het vorige jaar in een tafelkleed gewikkeld, buiten in de struiken had gelegd. Hoewel zij aanvankelijk meende, dat het kindje al dood was, bleek het de volgende dag, toen het op haar eigen aanwijzingen werd gevonden, nog te leven. Aan 'n zware longontsteking stierf het echter spoedig daarop in het ziekenhuis. De vrouw, die veel spijt over het gebeurde toonde, verklaarde, dat zij toen van angst niet wist wat zij moest doen. Zij was bevreesd geweest voor haar man, die niet de vader van het kind was, maar met wie zij zich kort tevoren had verzoend, nadat het huwelijk een tijdje niet zo goed was gegaan.