Skip to main content

Vondelingen en babylijkjes in Nederland

15 februari 1977, vondeling Francisca van Heemraad, Rotterdam

Het Vrije Volk, 17 februari 1977: "Hond vond vondeling"

ROTTERDAM - In het St Franciscus Ziekenhuis ligt een vondelingetje. Het kind — een meisje van ongeveer twee weken oud - werd dinsdagavond gevonden door de heer F. J. H. Rolink, tegenover diens huis aan de Heemraadsingel.

De heer Rolink liet zijn hond uit. Het dier snuffelde uitgebreid aan een doos, waarop de heer Rolink een nader onderzoek instelde en een slapende baby vond. Het meisje was in een dekentje en een badhanddoek gewikkeld. Ze maakte volgens de heer Rolink geen verwaarloosde indruk.

De vinder nam het meisje mee naar huis en gaf het te eten alvorens de politie te bellen. Besloten werd het meisje ter observatie in een ziekenhuis op te nemen. Hoe lang het daar moet blijven is nog niet bekend. Volgens de hoofdzuster van de baby-afdeling is het een oer-Hollands kind van bijna zeven pond. De Rotterdamse politie heeft geen idee wie de moeder is.

De Telegraaf, 17 februari 1977: "Hond vond schreiende vondeling in ’n doos"

Van deze Rotterdamse redactie . ROTTERDAM, donderdag „M'n hond trok me plotseling naar een doos en daar lag een heel klein schreiend kindje in," aldus de heer F. Rolink uit Rotterdam. Dinsdagavond laat, toen hij op de Heemraadssingel in de Maasstad zijn hond uitliet vond hij, liggend in een kartonnen doos een te vondeling gelegde baby. „Ik heb het meisje direct mee naar huis genomen. Daar hebben we de baby verschoont en gevoed. Daarna hebben we de politie gebeld," vertelt de heer Rolink.

Volgens de Rotterdamse politie is de baby enkele weken oud. Met een ambulance is het naar het St. Franciscus Gasthuis gebracht, waar het voorlopig liefderijk wordt vertroeteld op de kraamafdeling. De recherche is intussen met een onderzoek gestart naar degene die het kindje op de Heemraadssingel heeft neergelegd in de kartonnen doos, vlak bij het water van de singel. In de omgeving is een buurtonderzoek gehouden en ook wordt aan de hand van de merkjes op de doos en in de babykleertjes geprobeerd de herkomst ervan vast te stellen.

De Telegraaf, 19 februari 1977: "Hond vond schreiende vondeling in ’n doos"

Het vondelingetje — een meisje van ongeveer twee weken — werd gisteren onder de hoede van de Raad voor de Kinderbescherming in een kindertehuis opgenomen. De baby was eerst liefdevol verzorgd door zusters in het Sint Franciscus-ziekenhuis, die het meisje al de naam Francisca hadden gegeven. In medisch opzicht was er verder geen enkel probleem, zodat het geen zin had het vondelingetje langer in het ziekenhuis te houden.

De Rotterdamse politie is intussen nog geen stap verder gekomen in het onderzoek naar de identiteit van de moeder van de baby. Indien de moeder spoorloos blijft, zal de officier van justitie in Rotterdam een naam voor het kindje bedenken voor de officiële inschrijving in 't geboortenregister. Bij wettige adoptie kan die naam dan weer gewijzigd worden in die van de pleegouders. Het is gebruikelijk, dat de officier van justitie bij de naamgeving rekening houdt met de achtergronden. Zo werd het baby'tje, dat begin maart 1971 gehuld in een plastic vuilniszak — in de sneeuw — achter een transformatorhuisje in Den Haag werd gevonden, als Otto van Meppelen ingeschreven. Otto naar de naam van de vindster, mevrouw Otterspoor, en Van Meppelen naar de Meppelweg, waar het kindje werd aangetroffen.

Als de moeder van Francisca zich binnen enkele maanden meldt, kan zij adoptie mogelijk nog verhinderen, wanneer zij toch in staat wordt geacht haar kind te verzorgen en weigert afstand van de baby te doen óf als blijkt, dat zij het kind tegen haar wil te vondeling heeft gelegd. Zij kan onder grote pressie hebben gehandeld uit angst voor haar ouders of voor de vader van de baby. De Raad voor de Kinderbescherming streeft er overigens naar het toekomstige pleeggezin in een zo vroeg mogelijk stadium in contact met het vondelingetje te brengen om op deze wijze een zo harmonieus mogelijke gewenning tussen de nieuwe ouders en het kindje tot stand te brengen. Na een verzorgingsperiode van een jaar wordt in principe de adoptie wettig geregeld. Daarna is het voor de „natuurlijke" moeder welhaast onmogelijk om haar kind nog terug te krijgen. Het te vondeling leggen van baby's is in Nederland strafbaar, hoewel daar van vele kanten ernstige kritiek op wordt geleverd. Een gezaghebbend tegenstander van strafbaarstelling is mr. dr. J. A. Nota, lector aan de juridische faculteit van de rijksuniversiteit te Leiden, die in 1969 op een proefschrift over adoptie promoveerde.

„Zulke moeders zien in hun wanhoop geen andere uitweg dan zich op deze wijze van hun kind te ontdoen. Het zou beter zijn, als een moeder, met inachtneming van haar anonimiteit, haar kindje in zulke situaties bijvoorbeeld bij een ziekenhuis kan brengen", is zijn mening. „En daaraan tevens een termijn van drie maanden verbinden, waarin zij nog op haar beslissing kan terugkomen."

De Telegraaf, 22 februari 1977: "Herkomst van vondeling nog steeds duister"

Van onze Rotterdamse redactie. ROTTERDAM, dinsdag. De Rotterdamse kinderpolitie tast nog steeds in het duister over de herkomst van het nu inmiddels drie weken oude vondelingetje, dat vorige week dinsdagavond in een grote kartonnen doos werd gevonden langs de Heemraadssingel in de Maasstad. Uit het grootscheepse onderzoek is intussen wel gebleken dat het jurkje en het hemdje dat het meisje droeg, uit België afkomstig zijn. Het vondelingetje dat inmiddels tijdelijk de naam Francisca Kleiweg heeft gekregen - het meisje werd eerst verzorgd op de kraamafdeling van het St Franciscus Gasthuis aan de Rotterdamse Kleiweg - is nu in een kindertehuis opgenomen.

Volgens de Rotterdamse kinderpolitie blijkt uit het feit dat de baby zo bijzonder goed was verzorgd en zo goed tegen de kou was beschermd toen zij te vondeling werd gelegd, dat de moeder van het meisje of het ouderpaar niet wilde dat het kind iets ernstigs zou overkomen. „Er moet door de moeder of het ouderpaar vanuit een noodsituatie zijn gehandeld om zich op deze wijze van het kind te ontdoen", aldus de kinderpolitie. „We doen dan ook een zeer dringend beroep op de moeder van de overigens zeer gave en knappe baby of op het ouderpaar zich met ons via telefoonnummer 010-143144, toestel 3638 in verbinding te stellen".

Ook heeft de kinderpolitie belangstelling voor een rond 23-jarige man met een poedeltje en een circa 20-jarige vrouw, die zich vorige week dinsdagavond in elkaars gezelschap hebben opgehouden. Het tweetal heeft nog gesproken met de man die de baby door gesnuffel van zijn hond uiteindelijk vond.

Het Vrije Volk, 23 februari 1977: "Vondeling Francisca kan terecht bij velen"

ROTTERDAM - Sinds vorige week een voorbijganger een baby van ongeveer twee weken vond aan de Heemraadsingel, is de Rotterdamse kinderpolitie overstroomd met telefoontjes en brieven van mensen die de vondeling wilden adopteren.

"Je beseft nu pas wat voor ellende dit geval bij de mensen loswoelt", zegt hoofdagent Versteeg van de kinderpolitie. "Vooral mensen die geen kinderen kunnen krijgen zijn erg begaan met het lot van het meisje. Maar over adoptie kan te zijner tijd alleen de Raad voor de Kinderbescherming beslissen." De onbekende man en een jonge vrouw, die op de avond van 15 februari de kartonnen doos met het vondelingetje het eerst zagen, hebben zich gisteren bij de politie gemeld, maar zij bleken verder niets met het kind te maken te hebben.

Nu men geen enkel aanknopingspunt meer heeft is het onderzoek naar de herkomst van het kind naar België verlegd omdat de kleertjes die de baby droeg daar gemaakt waren. Mocht de politie er niet in slagen de ouders op te sporen, dan zal burgemeester Van der Louw het meisje, dat voorlopig Francisca Kleiweg heet, een officiële naam moeten geven. Francisca is nu opgenomen in een kindertehuis.

De kinderpolitie gaat er overigens van uit dat het te vondeling leggen van een kind nog altijd strafbaar is, hoewel men „sterk de indruk heeft dat de ouders in een noodsituatie verkeerden. Het kind was zo goed verzorgd en beschermd tegen de kou dat de ouders duidelijk niet wilden dat hun kind iets overkwam." Hoofdagent Versteeg: "Je moet wel erg radeloos zijn als je besluit je kind als vondeling achter te laten. Een van onze zorgen is dan ook de toestand waarin de moeder of ouders van het kind op het ogenblik verkeren."

In Nederland is het de laatste jaren slechts sporadisch voorgekomen dat een kind te vondeling werd gelegd. Voorzover hoofdagent Versteeg zich kan herinneren deed zich in 1918 voor de laatste keer in Rotterdam een dergelijk geval voor.

Nederlands Dagblad, 23 februari 1977: "Rotterdamse vondeling komt wellicht uit België"

ROTTERDAM - De Rotterdamse politie gaat haar onderzoek naar de herkomst van het vondelingetje van de Heemraadssingel verleggen naar België. Dit omdat men er nu vrijwel van overtuigd is, dat het meisje uit dit land afkomstig is.

Alle onderzoeken in Nederland heeft tot nu toe niets opgeleverd. De politie beschouwt het als een belangrijk gegeven, zo vertelde een woordvoerder, dat de baby, die vorige week dinsdag in een kartonnen doos op straat op de Heemraadsingel werd gevonden, gekleed was in een hemdje en jurkje van Belgische herkomst. De - zeer gezonde - zuigeling verblijft in het St. Franciscusgasthuis in Rotterdam en heeft de voorlopige naam meegekregen Francisca Kleiweg.

De Telegraaf, 25 maart 1977: "Rotterdamse vondeling krijgt naam en ouders"

Van onze Rotterdamse redactie. ROTTERDAM, vrijdag. De nu bijna twee maanden oude baby, die op 15 februari jl. werd gevonden op de Rotterdamse Heemraadssingel, nadat de zuigeling te vondeling was gelegd in een kartonnen doos, zal binnenkort in een gezin worden opgenomen.

De Raad voor de Kinderbescherming in de Maasstad heeft daartoe besloten. Voor de baby die kerngezond is, is een geschikt gezin gevonden, waar het meisje liefderijk zal worden opgenomen. Intussen heeft de officier van Justitie in Rotterdam de baby de naam Francisca van Heemraad gegeven. Francisca is afgeleid van het St. Franciscus Gasthuis in Rotterdam, waar het meisje nadat ze was gevonden ter observatie was opgenomen.

De achternaam Van Heemraad duidt op de Heemraadssingel, waar een hond die door zijn baas werd uitgelaten direct naar het huilende meisje in de doos rende en zo voor de ontdekking zorgde.

Leeuwarder Courant, 25 maart 1977: "Vondeling krijgt naam van vindplaats en ziekenhuis"

ROTTERDAM - De bijna twee maanden oude baby die op 15 februari jl. werd gevonden op de Heemraadssingel in Rotterdam, heeft van de officier van justitie in de Maasstad de naam Francisca van Heemraad gekregen. Francisca is afgeleid van het St. Franciscus Gasthuis, waar het meisje na de vondst ter observatie werd opgenomen. De achternaam geeft de plaats aan, waar de baby werd gevonden in een kartonnen doos door een hond die door zijn baas werd uitgelaten. Francisca zal binnenkort in een gezin worden opgenomen, zo is door de Raad voor de Kinderbescherming in Rotterdam besloten.

Limburgsch Dagblad, 26 maart 1977: "Francisca van Heemraad - Vondeling naar straat genoemd"

De nu twee maanden oude baby die half februari in Rotterdam op straat werd gevonden, is opgenomen in een gezin. Het meisje, dat nu nog Francisca van Heemraad heet, verbleef de laatste weken in een kindertehuis. Tevoren van het vondelingetje voor observatie opgenomen geweest in een ziekenhuis. Daar bleek het kind kerngezond te zijn.

De naam van het meisje is aangewezen door de officier van justitie in Rotterdam. Het "Van Heemraad" verwijst naar de plaats waar het kind is gevonden: de Heemraadssingel in Rotterdam. De voornaam is ontleend aan het St. Franciscusziekenhuis, waar de baby na te zijn gevonden is onderzocht. De pleegouders zijn aangewezen door de Raad voor de Kinderbescherming. Na een jaar kan het kind de achternaam gaan dragen van deze ouders.

De politie heeft uitgebreide naspeuringen gedaan om de moeder van het kind te vinden. Er is ook in België gezocht, omdat de baby Belgische kleren aan had. Toen het kind door een bewoner van de Heemraadssingel werd gevonden, lag het in een doos, gewikkeld in een deken en een badhanddoek. Men schatte het toen twee weken oud. Volgens de Rotterdamse politie is het in bijna 60 jaar niet meer voorgekomen dat er in Rotterdam een baby te vondeling werd gelegd.