Skip to main content

Vondelingen en babylijkjes in Nederland

20 september 1991, vondeling Jessica Sandra Simon, Breda

De Telegraaf, 21 september 1991: "Baby in Breda te vondeling gelegd"

Vrijdagmiddag omstreeks 14.00 uur hebben bewoners op een parking achter een café aan de Adriaan van Bergenstraat in Breda 'n ongeveer negen maanden oude baby gevonden die daar vrijwel zeker als vondeling was neergelegd. Uit het eerste onderzoek van de gemeentepolitie is gebleken dat het om een meisje gaat. Het kind zat in een blauwgeel-gestreepte buggy. Daarop zat een briefje met de volgende tekst: „Sandra 12/90." De politie leidt daaruit af dat ze negen maanden oud is.

Sandra zag er volgens de Bredase politiewoordvoerster Annet van der Hom zeer goed uit en was goed aangekleed. De moeder had in het bagagenet van de buggy onder andere babykleren, luiers, fopspeen en een zuigfles gezet. Sandra heeft lichtblond haar met slagen en bruine ogen. Op het moment dat ze werd gevonden droeg ze een paars joggingpak met gele bies en een geelkleurig beertje erop.

De Bredase politie heeft de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld, die de zorg heeft overgenomen van het kind. De politie is met een uitgebreid onderzoek begonnen.

Limburgsch Dagblad, 23 september 1991: "Vondeling"

De Bredase politie heeft nog geen bruikbare tips gekregen waarmee zij de herkomst van een vrijdagmiddag in Breda te vondeling gelegd meisje kan achterhalen. Het meisje is ongeveer negen maanden oud, zat in een buggy en was goed gekleed. In het bagagenet van de buggy zaten babykleren en luiers, een zuigfles en fopspeen. Volgens een berichtje dat bij de kleren is gevonden, heet het meisje Sandra.

De Telegraaf, 23 september 1991" "Weinig tips over Bredase vondeling"

Van onze correspondent BREDA, maandag. Bij de Bredase politie zijn bijna geen tips binnengekomen omtrent de negen maanden oude vondeling, die vrijdagmiddag in de binnenstad werd gevonden in een buggy. De politie heeft de enkele tips die men heeft gekregen nagetrokken, maar hier kwam niets uit.

Nieuwsblad van het Noorden, 24 september 1991: "Moeder 'Sandra' zelf grootste slachtoffer"

BREDA — "Niet het vondelingetje maar de moeder is in deze zaak het grootste slachtoffer. Waarschijnlijk heeft ze, als ze nog leeft, nu al spijt van haar daad. Immers, ze heeft in de negen maanden dat ze het kind bij zich had een emotionele band met haar opgebouwd. Zeker omdat het nu een relatief oude baby is, is dit een enorme wanhoopsdaad. Het feit dat het kindje zo goed verzorgd in Breda is achtergelaten, compleet met naam en geboortemaand op een briefje, geeft aan dat de moeder nadrukkelijk stelt: Vang mijn baby alsjeblieft goed op.

Professor J. van Meel, hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan de Katholieke Universiteit Brabant, is nadrukkelijk begaan met het lot van de moeder van 'Sandra', de baby die in Breda te vondeling is gelegd. Maar als hij het over 'de moeder' heeft, bedoelt hij ook de vader, of de verzorgers.

Van Meel noemt het te vondeling leggen van een negen maanden oude baby een "uiterste daad". Hij sluit daarom niet uit dat de moeder na de daad zelfmoord heeft gepleegd. Maar als ze nog leeft, komt ze zeker weer boven water, meent hij.

In het geval dat de politie er niet in slaagt de ouders van de baby te achterhalen wordt het kind blijvend in een pleeggezin ondergebracht. Kan dat later geen emotionele problemen opleveren? Immers, het kind is als 'oud vuil' op straat achtergelaten.

Van Meel: "Dat hangt ervan af hoe de baby in het pleeggezin wordt opgevangen. En hoe en wanneer je haar de achtergrond vertelt. In het algemeen adviseer ik altijd wel het verleden toe te lichten. Met name in de pubertijd, als kinderen op zoek gaan, rijzen de vragen. Wie ben ik, wat is mijn achtergrond? Maar als het kind een liefdevolle band heeft opgebouwd met de andere leden van het gezin, hoeft dat geen problemen te geven. Maar er zijn natuurlijk ook praktische vragen. Waarom ben ik te vondeling gelegd, waren mijn ouders geestelijk gestoord, was er sprake van erfelijke ziekten? Dat soort dingen. Daar krijgt zo'n kind nooit antwoord op. Dat kan ook angsten geven en dat is heel begrijpelijk."

Voor een kind van negen maanden is het een schok als moeder ineens uit zijn leven verdwijnt. Van Meel: "Het voelt zich verlaten, er is toch een sterke emotionele band met de moeder. Het is eraan gehecht. Natuurlijk, het kind is zo jong dat het in het pleeggezin een nieuwe relatie op kan bouwen. Maar dat vraagt wel wat. De eerste tijd zal niet makkelijk zijn."

Nieuwsblad van het Noorden, 24 september 1991

Plaatsvervangend directeur S. Wiersma van de Raad voor de Kinderbescherming in Breda spreekt over een uitzonderlijke situatie. Het te vondeling leggen van een negen maanden oude baby is ook voor de Raad een uitzondering.

Wiersma: "Formeel zal de burgemeester van Breda op korte termijn het kind in laten schrijven in de burgerlijke stand. Dan krijgt het een naam. Alles wat we nu kunnen, is gissen. We weten helemaal niets. In het begin van deze eeuw kwam het te vondeling leggen veel vaker voor dan nu. Mensen hadden geen geld om het op te voeden. Het was toen ook een schande om ongehuwd een kind te krijgen."

Hoewel het te vondeling leggen een misdrijf is, waarop een zware straf staat, komt het maar zelden tot een vervolging van de daders, zegt de Bredase officier van Justitie mr W. Koops. Dat komt ook doordat het een zeldzaam voorkomend delict is en de politie bijna nooit de identiteit van de moeder kan achterhalen. Koops spreekt over een wanhoopsdaad, voortvloeiend uit een stressituatie. Hij schiet in de lach als het -niet aangenomen- wetsvoorstel uit 1980 van de toenmalige minister van Justitie De Ruiter wordt gememoreerd. Daarin stond dat- een ouder in zware geestelijke nood zijn kind te vondeling mag leggen als hij ervoor zorgt dat het kind zo spoedig mogelijk gezond wordt gevonden'. De Ruiter vond het aanvaardbaar als het direct na de geboorte gebeurt in een crisissituatie. De minister gaf geen gehoor aan de wens van de Tweede Kamer om bepaalde plaatsen aan te wijzen voor het deponeren van baby's: zogenaamde vondelingenparken.

Nieuwsblad van het Noorden, 24 september 1991

BREDA — 'Sandra', het vondelingetje van ongeveer negen maanden oud, dat vrijdag werd aangetroffen in de binnenstad van Breda, is mogelijk afkomstig uit Duitsland. Kleding en spullen van de baby, wijzen in die richting.

Onderzoek in ziekenhuizen, kraamklinieken en in de registers van de burgerlijke stand in alle gemeenten in ons land heeft niet de identiteit van het meisje opgeleverd. Voor de politie is dat aanleiding om vandaag al na de TV-journaals een opsporingsbericht uit te zenden. De Raad voor de Kinderbescherming in Breda heeft de baby ondergebracht in een pleeggezin.

Sandra is gevonden in haar kinderwagentje op een parkeerplaats in Breda. Het komt zelden voor dat kinderen te vondeling worden gelegd en zeker als ze al negen maanden zijn.

Nederlands Dagblad, 24 september 1991

BREDA (ANP) - De Bredase politie heeft nog geen bruikbare tips gekregen waarmee zij de herkomst van een vrijdagmiddag in Breda te vondeling gelegd meisje kan achterhalen. Er zijn volgens inspecteur J. Van Dam van de Bredase politie enkele tips binnengekomen, maar die bleken niets met het meisje te maken te hebben. Onderzoek in babyspeciaalzaken en kledingwinkels in de regio Breda heeft de politie evenmin een bruikbaar spoor opgeleverd.

De vondeling is vrijdagmiddag achter een café aan de Nieuwe Prinsenkade in Breda gevonden. Het meisje is ongeveer negen maanden oud, zat in een buggy en was, volgens de politie, goed gekleed. In het bagagenet van de buggy zaten babykleren en luiers, een zuigfles en fopspeen. Volgens een berichtje dat bij de kleren is gevonden, heet het meisje Sandra. De Raad voor de Kinderbescherming heeft zich over het meisje ontfermd.

Nederlands Dagblad, 26 september 1991

BREDA (ANP). Het speciale politiebericht van dinsdagavond op de televisie over de in Breda gevonden baby Sandra heeft de Bredase politie geen concrete informatie opgeleverd over de herkomst van het negen maanden oude meisje.

Na de twee uitzendingen van het politiebericht kreeg de politie wel ruim negentig telefoontjes binnen. Veel reacties hadden betrekking op het handschrift met een naam en de cijfers 12/90. Die reacties wijzen in de richting van Duitsland, aldus de Bredase politie. Zij zal woensdag via de Centrale Recherche Informatiedienst overleg voeren met de politie in Duitsland. Mocht dat geen resultaat opleveren, dan zullen de media in Duitsland worden benaderd.

Sandra is vorige week vrijdag gevonden achter een café in de Bredase binnenstad. Het kind zat in een buggy en was warm aangekleed. De buggy, een kledingstuk en de zuigfles tonen Duitse merknamen. De baby is onder de hoede van de kinderbescherming geplaatst.

Leeuwarder Courant, 14 oktober 1991

Van onze correspondent BERLIJN - De georganiseerde internationale handel in kleine kinderen, die vorige week door de Berlijnse politie werd ontdekt, neemt steeds grotere vormen aan. De Duitse recherche heeft onder anderen een vijftigjarige Nederlander van Roemeense afkomst en zes van zijn familieleden gearresteerd.

Ze worden er van verdacht minstens veertien baby's en peuters uit tehuizen voor asielzoekers te hebben ontvoerd met de bedoeling ze te verkopen. Twee rechercheurs van de politie in Berlijn zijn vanmorgen in Breda begonnen met een onderzoek naar de handel en wandel van de Nederlander. Er zou mogelijk verband kunnen bestaan tussen de Duitse kinderhandel en de negen maanden oude baby Sandra die op 20 september in Breda te vondeling werd gelegd.

Amigoe, 15 oktober 1991

BREDA - Twee rechercheurs van de politie in Berlijn zijn maandagmorgen in Breda begonnen met een onderzoek naar de handel en wandel van de 42-jarige Nederlander I.B. Het gaat hier vooral om eventuele handel in kinderen. IB werd dit weekeinde samen met zijn vriendin MD de B in Duitsland gearresteerd op verdenking van kinderhandel en kinderroof. Dit heeft de gemeentepolitie in Breda meegedeeld. Volgens de politie van Breda zou er een verband kunnen bestaan tussen de Duitse kinderhandel en de negen maanden oude baby Sandra die op 20 september in Breda te vondeling werd gelegd. In deze laatste zaak zijn er sporen die leiden naar Duitsland.

De Telegraaf, 15 oktober 1991

De affaire kwam aan het rollen toen vorige week twee kinderen uit asielzoekerscentra in Berlijn en Braunschweig werden ontvoerd. Snel liep het spoor naar de Nederlanders Ludovicus B. (uit Breda) en zijn vriendin Marie de B. (Den Haag) die op dat moment in een woonwagen in Berlijn woonden. De politie trof in de wagen twee gekidnapte kinderen aan. De 42-jarige Ludovicus, die in ons land voor roofovervallen wordt gezocht, bekende het eenjarige jongetje Matte F. voor 14.500 gulden te hebben gekocht. Het kind was bestemd voor de 44-jarige Franse kinderhandelaar J.C. die als brein achter de kidnappings wordt gezien. Het andere kind, een 2-jarig Joegoslavisch meisje, zou voor 18.000 gulden zijn gekocht. In de woonwagen trof de politie behalve wapens een boek aan met foto's waarvan men vermoedde dat het een catalogus was met daarin ontvoerde en verkochte kinderen. Nu blijkt dat het in beslag genomen materiaal vermoedelijk bestaat uit oude kiekjes van familieleden van mevrouw Marie de B. uit Den Haag.

„Wij hebben niets te maken met kinderhandel, laat staan dat we zelf slachtoffer daarvan zijn geworden", aldus de 30-jarige Manuela Franken die haar babyfoto zag toen ze de televisie aanzette. De door de Hagenaars ingeschakelde raadsman M. Mantz noemt het „bijzonder onzorgvuldig van de Duitse justitie om de foto's zonder controle de wereld in te sturen". De politie van Berlijn: „Zelfs na diepgaand onderzoek konden we er niet achter komen wie deze kinderen waren. Het leek ons legitiem om ze daarom als mogelijke slachtoffers bekend te maken".

Twee rechercheurs uit Berlijn zijn in verband met de kinderhandel gisteren in Breda, de woonplaats van Ludovicus, aangekomen. Zij willen de levenswandel van de twee Nederlandse verdachten in kaart brengen. Ook wordt nagegaan of de te vondeling gelegde Sandra, die op 9 september in Breda werd ontdekt, slachtoffertje is van deze kinderhandelaren. De vermoedelijk Duitse Sandra zat in een buggy die eerder in Hamburg was gekocht.

Nieuwsblad van het Noorden, 18 november 1991

BREDA — De nu elf maanden oude baby Sandra die 20 september in Breda te vondeling werd gelegd, heeft de Franse nationaliteit. De politie verdenkt de vader van het kind ervan zijn toen negen maanden oude dochtertje na een echtelijke ruzie te hebben ontvoerd. De man, een inwoner van Lyon, werd vorige maand in die stad gearresteerd. De man ontkent overigens zijn dochter te vondeling te hebben gelegd. Dat heeft de politie van Breda gisteravond bekendgemaakt.

Na de ontvoering zou de verdachte na enige omzwervingen door België en Duitsland met het kind naar Breda zijn gekomen. Dit is gebleken uit een onderzoek van twee Bredase rechercheurs, een officier van Justitie en een rechter-commisaris, die twee dagen in Lyon zijn geweest en eind vorige week zijn teruggekeerd.

Justitie en politie hebben aan de hand van een geboorte-akte en een medische verklaring vastgesteld dat de vondelinge op 16 december 1990 in Lyon is geboren. De moeder van Sandra is inmiddels ingelicht dat haar dochter zich gezond en wel in Breda bevindt.

De zaak kwam aan het licht nadat de Franse politie zaterdag 5 oktober de 25-jarige in Lyon wonende J.M. arresteerde wegens mishandeling van zijn vriendin en zijn broer. De man legde ruim anderhalve week daarna een korte verklaring af over die ruzie en de ontvoering van zijn dochtertje. Daarna nam de Franse politie via Interpol op 18 oktober contact op met de politie van Breda om de verklaring te controleren.

De vriendin en de broer van de verdachte hadden op 31 augustus bij de Franse politie aangifte gedaan van het feit dat zij door de man waren mishandeld, waarna deze Sandra had ontvoerd.

Op 31 augustus liep een ruzie tussen de verdachte, zijn vriendin en zijn broer flink uit de hand, aldus de politie. Daarbij mishandelde de man hen zo dat ze moesten worden behandeld in een ziekenhuis. Na de ruzie stal de man de auto van zijn broer, ontvoerde zijn dochter Sandra en vluchtte naar Parijs.

Na een kort verblijf in Parijs is de man met Sandra naar Duitsland gegaan, zo heeft hij verklaard tegenover de Bredase justitie en politie. Om zijn dochter te kunnen vervoeren stal hij op 6 september in Hamburg bij een flat een buggy. In die bewuste buggy werd Sandra op 20 september aangetroffen in de Adriaan van Bergenstraat in Breda.

De verdachte zou met de baby hebben overnacht in de auto. Op 19 september zou hij in de gestolen grijze Citroen BX met Frans kenteken naar Breda zijn gekomen.

Wat daarna precies is gebeurd, is nog een raadsel, aldus de politie. De verdachte zegt zich alles niet goed te kunnen herinneren.

Limburgsch Dagblad, 18 november 1991

De nu elf maanden oude baby Sandra, die 20 september in Breda te vondeling werd gelegd, heeft de Franse nationaliteit. De politie verdenkt de vader van het kind ervan zijn toen negen maanden oude dochtertje na een echtelijke ruzie te hebben ontvoerd. De man, een inwoner van Lyon, werd vorige maand in die stad gearresteerd. De man ontkent overigens zijn dochter te vondeling hebben gelegd. dat heeft de politie van Breda gisteravond bekendgemaakt.

De Telegraaf, 18 november 1991

BREDA, maandag. De elf maanden oude baby Sandra, die 20 september in Breda te vondeling werd gelegd, heeft de Franse nationaliteit. De politie verdenkt de vader van het kind ervan zijn toen negen maanden oude dochtertje na een echtelijke ruzie te hebben ontvoerd. Na de echtelijke ruzie stal de man de auto van zijn broer, ontvoerde zijn dochter Sandra en vluchtte naar Parijs.

Na een kort verblijf in Parijs is de man met Sandra naar Duitsland gegaan. Om zijn dochter te kunnen vervoeren stal hij op 6 september in Hamburg bij een flat een buggy. In die bewuste buggy werd Sandra op 20 september aangetroffen in de Adriaan van Bergenstraat in Breda.

NRC Handelsblad, 18 november 1991: "Vondeling Sandra heeft de Franse nationaliteit"

Breda, 18 nov. De elf maanden oude baby Sandra die 20 september in Breda te vondeling werd gelegd, heeft de Franse nationaliteit. De politie verdenkt de vader van het kind ervan zijn toen negen maanden oude dochtertje na een echtelijke ruzie te hebben ontvoerd. De man, een inwoner van Lyon, werd vorige maand in die stad gearresteerd. Hij ontkent zijn dochter te vondeling te hebben gelegd. De politie van Breda zal in samenwerking met de Franse justitie een buurtonderzoek uitvoeren, omdat de vader geen duidelijke verklaring aflegt over de tijd dat hij in Breda is geweest. Ook is een begin gemaakt met het regelen van de teruggave van Sandra. De Franse Raad voor de Kinderbescherming zal via de Franse autoriteiten een verzoek indienen bij de Nederlandse justitie en de Raad voor de Kinderbescherming. Als dat is gebeurd, gaat Sandra terug naar Frankrijk waar de Franse Raad voor de Kinderbescherming het voorlopig toezicht op zich zal nemen.

De Telegraaf, 26 februari 1994, pagina TA5

Ook de Française M.S. wilde haar dochter terug. Haar negen maanden oude baby Sandra is door haar ex-man in 1991 in Breda te vondeling gelegd. Na één maand was haar identiteit bekend, maar het duurde ruim twee jaar, voordat zij haar dochtertje terugkreeg. Vorige week stapten ze op bevel van de rechter samen op het vliegtuig naar Lyon. Een uitzonderlijke zaak. Over de hereniging ontstond een discussie tussen de Centrale Autoriteit van het ministerie van Justitie en de Bredase Raad voor de Kinderbescherming, die ook onder dit departement valt. De afdeling, die zich bezig houdt met internationale teruggeleiding van ontvoerde kinderen, was van mening dat het kind onmiddellijk naar moeder terug moest. De Raad wilde in eerste instantie het contact tussen moeder en kind langzaam tot stand brengen en dan de zaak herzien. Geleidelijk ontstond het idee bij de Raad dat terugkeer niet langer in het belang van de peuter was.

De zaak heeft zowel de CA als de Raad voor de Kinderbescherming veel hoofdbrekens gekost. Zoals iedere vondeling kwam ook Sandra onder de vleugels van de Raad op grond van het ontbreken van ouderlijk gezag. Ze heeft even in een tehuis gezeten, maar al snel belandde de baby in een pleeggezin. „De landsgrenzen waren letterlijk een barrière", vertelt RvK-directeur mr. Bruno van Gent. „Niet alleen qua taal en inzet, maar ook wat betreft het jeugd- en gezinsrecht en internationale verdragen. Zo bleef een reactie van de Franse autoriteiten op ons eerste rapport uit."

Geleidelijk Toen de moeder in 1992 via de CA een officieel verzoek indiende voor teruggave van haar dochtertje stelde de Raad in het belang van het meisje zijn eisen: de overplaatsing moest op korte termijn en geleidelijk geschieden, het meisje moest worden overgedragen aan de Franse autoriteiten en ze mocht niet in een thuis of internaat terechtkomen.

Een jaar later vond de Raad dat terugkeer van Sandra niet meer in haar belang zou zijn. Het zou een traumatische ervaring kunnen betekenen. Van Gent: „Het was een moeilijke discussie toen binnen de Raad, die wat betreft de verantwoordelijkheid toch een soort vader èn moeder is. Daarbij wisten we weinig van de situatie van de moeder. En hier had Sandra het goed. Na veel wikken en wegen stelden we ons toch op het standpunt dat het kind naar moeder terug moest."

Maatschappelijk werker Joost van de Schoor knikt: „Sandra voelde zich echt thuis in het pleeggezin. Ze is opgegroeid tot een vrolijk babbelende peuter, die net als andere kinderen naar de peuterspeelzaal ging. Ze had totaal geen binding met Frankrijk. Een prima thuissituatie, maar ja, een pleeggezin." Het laatste woord was uiteindelijk aan de rechter. „Gevreesd moet worden dat continuering van het verblijf van het kind in het Nederlandse pleeggezin, zelfs als het contact met de moeder zou hebben, tot identiteitsproblemen zou kunnen leiden," zo luidde het oordeel. Hij besliste dat Sandra voor 1 maart moest worden afgestaan. Wel stemde hij in met het oorspronkelijke plan van de Raad het contact tussen moeder en kind langzaam tot stand te brengen. Na de uitspraak heeft de moeder haar dochtertje in Nederland bezocht. Opgebouwd van een dag tot een weekendje. „Sandra reageerde goed op haar moeder", vertelt Joost van de Schoor met een glimlach. „Het was voor haar toch een vreemde mevrouw, die ook nog raar sprak." Het pleeggezin heeft Sandra goed begeleid: „Alle lof, want voor hen valt zo'n afscheid ook niet mee. De pleegmoeder had een vliegtuigje voor Sandra gekocht om haar spelenderwijs voor te bereiden."

De teruggeleiding heeft mr. Niek Ruyters van de Centrale Autoriteit te lang geduurd. De autoriteiten hebben onnodig lang op zich laten wachten en de gewijzigde koers van de Raad heeft de zaak ook geen goed gedaan, meent de jurist. „Normaal gesproken hebben we binnen acht weken een uitspraak . Het enig dat echt in het belang van een kind is, is snel en efficiënt werken", onderstreept Niek Ruyters. „Het moederschap hoeft niet op een goudschaaltje te worden gewogen. Het doet er niet toe of een moeder een baan, een huis of een man heeft. Ze wil gewoon haar kind terug." Toevallig heeft ze dat allemaal. En voor Sandra dreigt geen gevaar meer: haar vader zit in Frankrijk zijn gevangenisstraf uit. [...] De Franse baby Sandra werd in 1991 in Breda te vondeling gelegd door haar vader. Na een maand was haar identiteit bekend, maar het duurde nog ruim twee jaar, voordat haar moeder de peuter mee naar huis kon nemen. [...]

E-mail, 27 maart 2015

AD, 8 juni 2015, p. 3: "Française als baby achtergelaten in Breda | Vondelingetje zoekt haar oude pleeggezin"

BREDA. De Franse Jessica werd 24 jaar geleden te vondeling gelegd op een parkeerplaats in Breda. Nu ze haar leven op orde heeft, probeert ze in contact te komen met het Nederlandse pleeggezin dat haar liefdevol verzorgde. Maar vind die maar eens als je biologische moeder alle herinneringen heeft weggegooid.

CYRIL ROSMAN Vrijdagmiddag 20 september 1991, een uur of twee 's middags. Op een parkeerplaats aan de Adriaan van Bergenstraat in Breda staat een blauw-geel gestreepte buggy. Er zit een meisje in, van 9 maanden oud. Goed verzorgd, goed gekleed, een hoofd vol lichtbruine krulletjes. Op de buggy zit een papiertje: 'Sandra. 12-90'. Niemand weet wie ze is of waar ze vandaan komt. Er is geen ouder te bekennen. Al snel wordt duidelijk dat het een ingewikkelde zaak is. Sandra komt uit Frankrijk, '12-90' staat voor haar geboortemaand en -jaar. Ze is in Breda achtergelaten door haar 25-jarige vader uit Lille, die haar 3 weken eerder ontvoerde na een ruzie met haar moeder. De vader belandt uiteindelijk in de gevangenis. Wat volgt, is een lange juridische en bureaucratische strijd tussen Nederlandse en Franse instanties en de moeder van Sandra.

Drie zorgeloze jaren
De dreumes zelf merkt daar niets van. Zij wordt ondergebracht bij een pleeggezin in Breda. En heeft daar 3 relatief zorgeloze peuterjaren. "Zij zijn de mensen geweest met wie ik veel momenten uit het begin van mijn leven heb gedeeld: dat ik heb leren eten en leren lopen. Dat vind ik heel belangrijk. Ik heb nu zelf een zoontje en de liefde die ik voor hem voel, komt vanuit deze familie," vertelt Jessica Simon, nu 24, vanuit Frankrijk. Jessica? Ja. Sandra is haar tweede naam, vertelt ze. Ze heeft nauwelijks herinneringen aan die tijd, kan zich de gezichten van haar pleegouders niet meer voor de geest halen, maar ze wil wel graag met ze in contact komen. Jessica heeft echter een probleem. Ze heeft slechts een achternaam om naar te zoeken. Dat komt zo: als Jessica in 1994 teruggaat naar haar moeder in Frankrijk, gaat het al snel weer fout. De Raad voor de Kinderbescherming had daar al voor gewaarschuwd, maar de rechter wees Jessica toch aan haar moeder en stiefvader toe. "Maar in 1995 ben ik weer in een pleeggezin beland. Ik werd thuis geslagen." Ze heeft nu amper nog contact met haar moeder, die de meeste documenten en tastbare herinneringen aan het Nederlandse pleeggezin heeft weggegooid. Jessica woont met haar zoontje in Mâcon, boven Lyon. Ze heeft een opleiding gevolgd, wil een schoonheidssalon starten. Ze heeft nu de rust om contact te leggen met haar oude pleeggezin. "Maar uit de documenten die ik nog heb, kan ik alleen de naam van het gezin halen: Rosman of Roseman uit Breda." Samen met een Nederlands sprekende kennis stortte ze zich op Google. En kwam ze in contact met de verslaggever van dit verhaal. Maar die is niet de Rosman die ze zoekt. Ook een andere familie met die naam in Breda bleek niet de juiste. Bureau Jeugdzorg, dat in 1991 verantwoordelijk was voor de pleegzorg, laat weten dat Jessica een schriftelijk verzoek kan indienen. "Dan zullen we in onze archieven gaan zoeken. Maar dat kan even duren."

AD, 10 juni 2015: "Jessica vindt via deze krant haar Nederlandse pleegouders"

BREDA - Jessica Simon kon haar tranen dinsdag niet bedwingen. Zo graag wilde de in Breda te vondeling gelegde Française haar pleegouders bedanken voor drie jaar liefdevolle opvang. Maar ze kon ze niet vinden. Na een verhaal in deze krant hebben pleegkind- en ouders elkaar na 21 jaar weer gevonden.

Amanda Bosma was afgelopen maandag halverwege het verhaal in de krant toen ze dacht: he, dit gaat over mijn pleegzusje! Niet heel veel later had ze haar moeder aan de lijn, op vakantie op een camping in Zuid-Frankrijk: "Mam, Saskia zoekt ons!" Nog wat later belt ze de auteur van het verhaal en is het een kwestie van tijd voordat ze weer contact heeft met haar vrijwel even oude pleegzusje. "Ik heb me altijd afgevraagd hoe het met haar zou zijn. Of ze ons nog zou kennen." Ja dus. Sterker nog: Jessica (want dat is de echte naam van Saskia) was al een tijdje naar hen op zoek. Het verhaal in een notendop: op 20 september 1991 wordt op een parkeerplaats in Breda een buggy met een meisje erin gevonden. Geen ouder te bekennen. Aan de buggy hangt een kaartje: Sandra, 12/90. De dreumes wordt ondergebracht bij een pleeggezin.

Opsporing Verzocht
Het is groot nieuws: om de ouders te achterhalen komt haar foto in Opsporing Verzocht. Na onderzoek blijkt het meisje Jessica Sandra Simon te heten, geboren te zijn in december 1990 en uit Lyon, Frankrijk te komen. Haar vader heeft haar in Breda achtergelaten na een ruzie met zijn ex-vrouw, Jessica's moeder. Het meisje woont drie jaar bij een pleeggezin, maar moet na een uitspraak van de rechter weer terug naar haar biologische moeder in Frankrijk. Wat volgt is een jeugd vol mishandelingen en nog meer pleeggezinnen. Nu is Jessica 24 jaar, moeder van een zoon, woont ze in Mâcon en heeft ze haar leven op orde. Ze wilde weer in contact komen met het gezin dat haar als dreumes zo liefdevol verzorgde. "Zij hebben veel belangrijke momenten in mijn leven meegemaakt: mijn eerste stapjes, mijn eerste hapjes."

Herinneringen
Probleem: haar moeder had alle stoffelijke herinneringen vernietigd. Het enige wat Jessica zich nog herinnerde was een een naam (Rosman) en een stad (Breda). Daarmee kwam ze (toevallig) bij de verslaggever van dit verhaal uit, maar die was niet de Rosman die ze zocht. Nu blijken ook die herinneringen niet accuraat. "Het was niet Rosman, maar Bosma. En ze is gevonden in Breda, maar wij hebben haar opgevangen in Houten", zegt Yolanda Bosma, telefonisch vanaf de camping in Zuid-Frankrijk, waar ze met haar man vakantie viert. "Ik vond het een hele grote verrassing dat ze contact met ons zocht. Heel mooi."

Jij bent toch ook mama?
Drie jaar woonde Jessica bij de familie, die veel pleegkinderen opving. Maar Jessica bleef langer dan de meeste en nam een speciaal plekje in. "Toen Jessica bij ons woonde, noemden we haar Saskia. Vanwege de veiligheid. Niemand mocht weten dat dat kindje van Opsporing Verzocht bij ons woonde." Toen ze terugging naar Frankrijk wilde ze niet: "Maar jij bent toch ook een mama?', zei ze." Yolanda maakte nog een heel plakboek voor Jessica met tekeningen en foto's. Maar die heeft haar biologische moeder later weggegooid. Na haar terugkeer naar Frankrijk, raakte Jessica uit beeld. Zoals dat vaker gaat met pleegkinderen. ,,We wisten wel dat ze als kind in de buurt van Lyon woonde, dus iedere keer als we naar Frankrijk reden voor vakantie zeiden we tegen elkaar: zouden we haar toevallig nog tegenkomen?"

Langs Jessica
Later speurden de pleegouders nog op facebook. Maar vonden haar niet. Tot afgelopen maandag. ,,Nu weet ik eindelijk wie ze zijn!", meldt een geëmotioneerde Jessica vanuit Frankrijk. Yolanda en Hendrik Bosma hebben inmiddels besloten om op de terugweg van hun vakantie een beetje van de geplande route naar huis af te wijken. De nieuwe route voert langs Mâcon, langs Jessica.